DRIE COPYWRITE TIPS VOOR EEN TEKST MET RESULTAAT – DOOR MARIO VAN VLIET

Bij The Young Digitals zorgen we ervoor dat iedereen binnen ons bedrijf altijd up to date is aan kennis en skills. Zo worden regelmatig trainingen georganiseerd die onze young digitals kunnen volgen om het geheugen op te verfrissen. Of om nóg beter te worden in hun vak! Trainingen gefocust op content of juist een training die alles te maken heeft met campagne strategieën of data. Zo volgden recent onze young digitals de training over copywriting van Mario. Copywriting is iets dat je als content marketeer niet kan vermijden! En wie kan daar meer over vertellen dan onze trouwe young digital trainer Mario?!

Tekst-master Mario

Mario is al bijna 30 jaar actief in de wereld van teksten. Na het afstuderen in de Journalistiek en tekstwetenschap ging zijn carrière als schrijver van start. Zo begon hij als redacteur bij een tijdschrift, ging hij van freelance schrijver naar het geven van schrijfcursussen. En schreef hij boeken als een biografie over de uitvinder van de Vlammetjes en boeken over ondernemerschap met onze eigen co-founder Sjoerd Hauptmeijer. Tegenwoordig houdt Mario zich voornamelijk bezig met communicatie- en schrijfwerk voor opdrachtgevers op het gebied van tuinbouw, ondernemerschap, innovatie en regionale economie. Je kunt je vast wel voorstellen dat wij ons volledig overgeven aan Mario als het om schrijven gaat. We delen graag zijn tips en tricks voor een goede tekst!

Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?

Ken je dat, dat je een tekst leest en dat de tekst meer vragen dan antwoorden oplevert? Mario legt uit hoe je dat kunt voorkomen met goede voorbeelden: “Een tekst zonder ‘wanneer’ of ‘waarom’ maakt nog steeds een logisch verhaal. Een tekst zonder ‘wat’ daarentegen is lege onzin.”. Om hier een iets duidelijker beeld aan te schetsen: ‘Morgen ga ik’. Grote kans dat jij je nu afvraagt: Wat? Morgen ga je wat?. Het is duidelijk dat deze zin een wanneer en een wie bevat, namelijk ‘morgen’ en ‘ik’. Maar het biedt geen doeltreffende informatie die deze zin ook maar enige waarde geeft. Puur omdat “wat” ontbreekt. Zodra we een onderwerp toevoegen “morgen ga ik fietsen”, krijgt de zin een doel en kern. Voeg je nog meer toe, zoals een waar en waarom dan kom je steeds dichter bij een goede informatieve tekst die geen vragen meer oplevert maar alleen antwoorden. Dit is natuurlijk wel een heel simpel voorbeeld. Maar gebruik deze methode bij het schrijven van je teksten en dan weet je zeker dat je alle nodige informatie vermeldt!

Iemand zijn kennis, houding of gedrag veranderen met je tekst

Klinkt misschien absurd, maar elke (goede) tekst die je leest heeft een van deze drie doelen: het veranderen van kennis, houding of gedrag. Wil je iemand puur informeren over een onderwerp? Dan is je doel alleen maar het veranderen van de kennis van de lezer. Wil je iemands houding veranderen, dus iemand misschien anders laten denken over een bepaald onderwerp? Dan moet je focus leggen op het overhalen van je lezers, waar je kennis gebruikt als hoofdmiddel. Want hoe kun je iemand overtuigen als je tekst geen informatie bevat? En als laatste gedrag. Het moeilijkste om te veranderen. Een tekst met het veranderen van gedrag als doel is bedoeld om de lezer tot actie te brengen. Mario zegt: “Dat kun je doen door bij elke tekst bij wijze van spreken een appeltaart aan te bieden wanneer je je lezers iets vraagt. Zo zijn ze gemotiveerd om te doen wat je zegt, want ze krijgen er iets voor terug.”.

Het lijkt een beetje op chanteren vind je niet? Vaak zie je dit in de vorm van kortingen, speciale acties of gratis extra’s. Dit is een leuke manier, maar niet altijd de passende uitweg. Wat je juist wilt bereiken is dat je de lezers zodanig goed informeert, en met deze informatie de houding verandert waardoor je geen appeltaart meer nodig hebt om ze over te halen. Want jouw tekst is al overtuigend genoeg. Niet altijd even makkelijk. Maar practise makes perfect!

Maak het spannend

Stel je voor, je kijkt een film. Deze film heeft natuurlijk een begin. Vervolgens ontstaat er een probleem. Na dit probleem volgt de oplossing met uiteindelijk een resultaat en terugblik. Aardig voorspelbaar en niet echt spannend toch? Je weet immers al wat er gaat gebeuren. Laten we dit omgooien. In plaats van een chronologische volgorde: 1, 2, 3, 4 maken we er 3, 1, 2, 4 van. Kortom, begin je tekst bij ¾ van het verhaal. In dit geval begin je met de oplossing. Je “Set the Scene”, laat de lezers weten dat er “iets” aan de hand is en dat er op gereageerd wordt. Maar je lezers weten nu nog niet wat er precies aan de hand is, waardoor je een spanning creëert en de aandacht erbij houdt. Hier is daar een voorbeeld van:

“Ik racete naar de afgrond en dacht: als ik dat maar red.”.

Met deze eerste zin geef je een voorproefje dat er echt iets gebeurt is. Maar wat? Je bent nieuwsgierig en wilt weten wat er dan aan de hand is. Dus lees je verder:

“Ik pakte de auto. Ik verloor het macht over het stuur en knalde tegen de vangrail.”.

Dit is waar het verhaal samen komt en duidelijk wordt. Puur door een volgorde van en tekst te veranderen, grijp je de aandacht van de lezer en houd je het verhaal in beweging. Wees dus niet bang om je tekst eens volledig om te draaien! Maar zorg er dan natuurlijk wel voor dat het nog steeds een kloppend verhaal is.